Impressie van de Landelijke OmgevingsManagement Dag (LOMD) 23 juni 2016

Wim van den Haak | Planinzicht met het oog op de omgeving

Mijn eerste symposium als zelfstandig omgevingsmanager! Een prachtige gelegenheid om kennis op te doen én collega’s te ontmoeten. En ik héb kennis gemaakt, heel wat onbekende mensen gesproken en nog een enkele bekende van vroeger, toen ik nog bij Rijkswaterstaat werkte.

Een beetje spannend aan het begin, maar het gaat me met het uur gemakkelijker af. Ik ben er overigens níet op uit om zoveel mogelijk visitekaartjes uit te delen en te ontvangen. Ik heb vooral geluisterd en doorgevraagd: wat doe je, waar loop je tegen aan en wat vind je van deze dag?

Ruim 300 aanwezigen, twee gastsprekers, 30 workshops, verschillende excursies en thematafels. Het is er allemaal. In een mooi gebouw met een prachtige open middenruimte waar je een kopje koffie of thee kunt drinken, een broodje eten én waar je elkaar kunt ontmoeten.

Ik word gegrepen door de eerste spreker. Hij spreekt over omgevingsmanagement als de kunst van het kortsluiten. Waak ervoor om als omgevingsmanager perse de spin in het web te willen zijn, gebruik ook smokkelroutes en olifantenpaadjes. De omgevingsmanager mag best laten schuren, vlammen en onvoorspelbaar zijn. Zonder wrijving geen glans.

Een mooi betoog.

Kortsluiting en kortsluiten kúnnen niet zonder elkaar, parafraseer ik er wat op los.

Ik heb me vooraf bewust níet aangemeld voor één van de 30 workshops. Vrij willekeurig ben ik zowel ’s ochtends als ’s middags een zaal waar een workshop werd gegeven in gelopen. Beide workshops waren zeer de moeite waard.

Tijdens de workshop Gedragsinzichten in het Omgevingsmanagement presenteerde een vertegenwoordiger van het ministerie van I&M het DOE-MEE instrument. DOE-MEE staat voor Doorgronden, Ontwikkelen, Experimenteren-Monitoren En Evalueren. Dit instrument kan ook van dienst zijn in het omgevingsmanagement. Het biedt handvatten om gedrag– van burgers, bedrijven, bestuur, belangengroepen, kortom van de omgeving- te analyseren én zo nodig te veranderen en op elkaar af te stemmen.

Een bruggetje naar de eerste spreker van de dag: de omgevingsmanager hoeft niet ‘alleen maar’ spin in het web te zijn. Er ontstaat echt iets moois ‘als je verrassende verbindingen weet te leggen; het hoeft niet allemaal even gladjes te zijn’.

Het zit in de genen van de omgevingsmanager om te verbinden, te overbruggen en te beïnvloeden. Maar het kan soms ook – net als in het gewone leven- noodzakelijk zijn om eerst kortsluiting te veroorzaken. Daar kunnen mooie relaties door ontstaan.

Of het DOE-MEE instrument in te zetten is als er wordt geschuurd en gevlamd, weet ik niet. Het is zeker de moeite waard om dat te verkennen.

Een open deur die ik graag toch nog eens intrap: houd als omgevingsmanager wel het doel dat je wilt bereiken voor ogen; het belang van het project, maar zeker ook dat van de omgeving. Luister, neem de boodschap serieus, ga naar die omgeving toe. Zorg er voor dat je als omgevingsmanager letterlijk midden in die omgeving zit. Dát is omgevingsmanagement!

De workshop Omgevingswet: een grote omgeving om mee te nemen werd geleid door vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat. Een half uurtje presentatie over de stand van zaken van de Omgevingswet gevolgd door een half uurtje discussie. De presentatie ging niet in de eerste plaats over de inhoud van de Omgevingswet, hetgeen een enkeling teleurstelde. De workshop was met name gericht op de vraag: hoe nemen we jullie als ondernemer mee in de discussie over de Omgevingswet?
Tijdens de workshop zijn bruikbare ideeën over tafel gegaan. Zoals wel vaker bij boeiende discussies is de tijd te kort en komen de beste ideeën aan het eind van de bijeenkomst. Ideeën dus, die om verdere uitwerking vragen. Enkele voorbeelden: organiseer regionale pilots waarin bedrijfsleven en overheid gezamenlijk aan de slag gaan en denk met ons mee op het ministerie, lever je bijdrage. Een ander idee was benut de kennis en ervaring van directbetrokkenen bij de invoering van andere grote wetten, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Weliswaar een wet van een geheel andere orde, maar van een vergelijkbare grootte en invloed op de samenleving.

‘Denk met ons mee, we willen ook júllie input’. Een uitnodiging die ik in dank aanvaard heb. Als ex-Rijkswaterstater wil ik graag weer in de keuken kijken. Een keuken, die ook nog voelt als een beetje míjn keuken.

Ik heb tijdens de LOMD veel aanwezigen gevraagd wat voor werk ze doen. Zowel aan omgevingsmanagers van Rijkswaterstaat als ook aan vertegenwoordigers van de verschillende bedrijven die op de LOMD aanwezig waren.

Bij beide groepen valt mij de grote betrokkenheid op: natuurlijk de betrokkenheid bij het project, maar ook bij ‘de omgeving’. Het project móet binnen de tijd en met het gestelde budget zijn uitgevoerd, maar vergeet niet de omgeving hier in mee te nemen. Niet alleen omdat dat nou eenmaal hoort, maar zeker ook omdat betrokkenheid zijn nut bewijst in de verdere voortgang van het project. Zo sprak ik een omgevingsmanager die mij met trots vertelde dat hij ‘dankzij het omgevingsmanagement meer dan vijftig bezwaarschriften had weten te voorkomen’. Al zou het de helft zijn, dan nog is dat resultaat indrukwekkend. Ook bij zíjn project was er regelmatig sprake van kortsluiting overigens.

Over de LOMD zélf heb ik ook met veel aanwezigen gesproken. Hier wat losse reacties: er zijn minder mensen aanwezig dan in andere jaren, zeer hoge entreeprijs, voor ons als bureau niet echt lucratief om hier de hele dag te staan en het is nog maar de vraag of wij volgend jaar weer aanwezig willen zijn, ik had meer ínhoud over de Omgevingswet verwacht. Andere geluiden waren er ook: goed georganiseerd, zeer gevarieerd aanbod, prima locatie.

De mooiste uitspraak –en voor mij herkenbaar- herhaal ik hier graag: het gaat op dit soort dagen niet zozeer om kennis opdoen, maar om kennis maken.

Wat heeft deze dag mij persoonlijk gebracht?

Ik heb mijn netwerk kunnen uitbreiden. De benadering dat je als omgevingsmanager niet altijd een spin in het web hoeft te zijn en dat het soms ook nuttig kan zijn om eerst te schuren, zodat je daarna kunt verbinden, vond ik verfrissend.

Ik heb mijn kennis verbreed: kennis van de Omgevingswet, van het omgevingsmanagement en ik heb een beter zicht op overheden en bureaus, die betrokken zijn bij omgevingsmanagement. Ik realiseer me overigens dat er ook veel overheden en bureaus niet aanwezig waren. Misschien dat de organisatie van de LOMD 2017 wegen kan inslaan om deze te bereiken?

Er is een enorm aanbod aan omgevingsmanagers bij Rijkswaterstaat en bij andere overheden, bij grote bureaus of als zzp’ er. Het zal lastig zijn om er tussen te komen en onderscheidend te zijn. Het zal niet in de eerste plaats het tarief zijn waarmee je je kunt onderscheiden van de anderen, maar vooral in kwaliteit.

Het zullen vooral de kwaliteit, de flexibiliteit en de vaardigheid om schakel te zijn tussen project en omgeving. Spreek de taal van de omgeving in de breedste zin van het woord, werk ín die omgeving. Letterlijk.

Dat is mij bijgebleven. Makkelijke woorden, maar met een uitdaging.

Ik ben begonnen, als ondernemer omgevingsmanagement. Eindelijk!

Wim van den Haak | Planinzicht met het oog op de omgeving

E info@planinzicht.nl | I www.planinzicht.nl | T 06 447 447 32

 

2016-12-05T13:12:28+01:004 juli, 2016|